Gezondheidsrisico's voor zwangere werkneemsters

Zwangere werkneemsters mogen geen werk uitvoeren dat hun eigen gezondheid of die van hun ongeboren kind in gevaar brengt. Als een werkgever vermoedt dat er een risico bestaat voor de gezondheid van de zwangere werkneemster, moet hij de volgende acties ondernemen:

  1. Een risicoanalyse laten uitvoeren en, indien nodig, maatregelen nemen om de werkneemster te beschermen.
  2. Een aangifte doen bij Fedris zodra een gezondheidsrisico is vastgesteld.

Beide acties zijn wettelijke verplichtingen voor alle werkgevers!

1. Risicoanalyse en preventieve metingen

Zodra een werkgever op de hoogte is van een zwangerschap binnen het bedrijf, moet hij nagaan of de functie van de werkneemster risico’s inhoudt voor haar gezondheid of die van haar ongeboren kind. Deze risico’s kunnen onder andere bestaan uit:

  • Fysische agentia: manueel hanteren van lasten met risico’s, ioniserende of niet-ioniserende straling, lawaai, schokken, trillingen, extreem warme of koude omgevingen, agressierisico’s, …
  • Chemische agentia: werken met chemische stoffen
  • Biologische agentia: contact met bacteriën, virussen of parasieten

Als een van deze risico’s aanwezig is, moet de werkgever een aanvraag indienen voor een verzoek gezondheidstoezicht bij de preventieadviseur-arbeidsarts van de interne of externe dienst voor preventie waarbij hij is aangesloten.

De preventieadviseur-arbeidsarts analyseert de arbeidsomstandigheden, bepaalt of er een risico is voor de gezondheid van de werkneemster en geeft zijn aanbevelingen en advies over de te nemen maatregelen aan zowel de werkgever als de werkneemster via het formulier Gezondheidsevaluatie.

Wanneer de arbeidsarts een blootstellingsrisico vaststelt aan bepaalde agentia of arbeidsomstandigheden, is de werkgever verplicht om aangepaste maatregelen te nemen die passen bij de specifieke situatie van de werkneemster. In volgorde van prioriteit kan hij kiezen voor:

1. Aanpassing van de arbeidsomstandigheden of werktijd

De werkgever moet eerst nagaan of het werk aangepast kan worden zonder dat de werkneemster haar functie moet verlaten. Dit kan onder meer inhouden:

  • Vermijden van risicovolle taken
  • Aanpassen van de werkuren
De zwangere werkneemster mag door deze aanpassingen geen loonverlies lijden.

2. Wijziging van werkpost

Indien een aanpassing van de arbeidsomstandigheden of werktijd onmogelijk of onrealiseerbaar blijkt om gegronde redenen, kan de werkgever de werkneemster tijdelijk toewijzen aan een andere werkpost die verenigbaar is met haar gezondheidstoestand.

Als de betrokken werkneemster in deze context een loonverlies lijdt, kan zij een uitkering krijgen van haar ziekenfonds (hiervoor moet zij dezelfde documenten indienen als bij een volledige werkverwijdering).

3. Volledige verwijdering van het beroepsrisico

Indien de zwangere werkneemster niet op een andere werkpost kan worden ingezet, moet de werkgever haar arbeidsovereenkomst schorsen. Dit wordt beschouwd als een volledige verwijdering van het beroepsrisico.

De preventieadviseur-arbeidsarts bepaalt de duur van de verwijdering en kan die herzien indien nodig.

In dat geval kan de werkneemster een uitkering ontvangen in het kader van de ziekte- en invaliditeitsverzekering, op voorwaarde dat zij in orde is met haar ziekenfonds en zich niet in een wachttijd bevindt. Ze moet aan haar ziekenfonds volgende documenten bezorgen:

Opgelet: Indien een zwangere werkneemster twee jobs heeft en slechts in één ervan volledig verwijderd wordt, ontvangt zij enkel een vergoeding voor het loonverlies in die ene job. Als zij er vrijwillig voor kiest om ook haar andere job stop te zetten zonder medisch te zijn verwijderd, wordt voor dat inkomensverlies geen uitkering toegekend. Dit kan leiden tot complexe administratieve gevolgen.

2. Aangifte bij Fedris

Wanneer de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer vaststelt dat er een gezondheidsrisico bestaat en dat de werkgever maatregelen moet nemen, is de werkgever verplicht om hiervan aangifte te doen bij Fedris.

De aangifte kan online gebeuren via socialsecurity.be.

Voorbeeld van een aangifte door een fictieve werkgever (pdf - 533 KB)

Na de online indiening wordt het formulier digitaal doorgestuurd naar Fedris. De werkgever ontvangt een bevestiging via zijn eBox.

Opgelet: Tot 30 juni 2026 blijft het ook mogelijk om een papieren formulier te gebruiken.

Wie mag de aangifte doen?

De werkgever kan de aangifte zelf doen. Hij kan er echter ook voor kiezen om hiervoor een mandaat te geven aan een andere persoon of organisatie.

Er zijn twee opties:

1. Een medewerker of externe partner

De werkgever kan een mandaat geven aan een werknemer (bijvoorbeeld de preventieadviseur of een HR-medewerker) of een extern sociaal secretariaat.

Hoe een mandaat geven aan een derde partij? (pdf - 1,4 MB)

2. De Externe Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk

De werkgever kan contact opnemen met zijn externe dienst om te kijken of deze de aangifte voor hem kan doen.

Let op: De werkgever blijft altijd verantwoordelijk voor een correcte indiening van de aangifte, ook als hij dit mandaat aan iemand anders toevertrouwt.

Waarom is deze aangifte verplicht?

Fedris volgt en analyseert systematisch de gevallen waarbij zwangere werkneemsters tijdelijk van het werk worden verwijderd omwille van gezondheidsrisico’s.

De verzamelde gegevens helpen om preventieve maatregelen te verbeteren en nieuwe beleidslijnen te ontwikkelen ter bescherming van zwangere werkneemsters en hun ongeboren kind.

Wettelijke basis

Meer informatie over moederschapsbescherming