Verzwaard risico

Ondernemingen houden een verzwaard risico in wanneer de risico-index ervan gedurende een observatieperiode van 3 jaar een bepaalde drempel overschrijdt, voor zover er in de loop van die observatieperiode ten minste 6 ongevallen zijn gebeurd met een tijdelijke ongeschiktheid van ten minste 4 dagen of een overlijden tot gevolg

Die drempel wordt bereikt wanneer de risico-index van een onderneming op jaarbasis ten minste 2 keer de gemiddelde index van de activiteitssector van de onderneming en 5 keer de gemiddelde index van de privésector bedraagt in de loop van het laatste jaar en in ten minste één van de andere jaren van de observatieperiode. Tijdens die jaren moeten bovendien minstens 2 ongevallen hebben plaatsgevonden.

Voor de ondernemingen die die drempel bereiken, zullen de wettelijke bepalingen worden toegepast op de 200 ondernemingen waarvan de risico-index het sterkst afwijkt van de gemiddelde risico-index van de activiteitssector waartoe de onderneming behoort tijdens het laatste jaar van de observatieperiode. Het cijfer van 200 wordt verhoogd met het aantal ondernemingen dat in het jaar voorafgaand aan het betreffende jaar is geselecteerd, maar dat om welke reden dan ook uiteindelijk van de lijst van ondernemingen met een verhoogd risico is geschrapt. Voor de selectie van 2022 zijn er 230 ondernemingen geselecteerd. Het doel ervan is de preventie van de arbeidsongevallen aan te moedigen.

 

Sensibiliseringscampagne

Ieder najaar worden alle ondernemingen ingelicht die voor het laatste jaar van de observatieperiode een te hoge risico-index hebben ten opzichte van hun sectorgenoten (minstens het tweevoud van de gemiddelde in de sector), maar die zich nog niet in een situatie van verzwaard risico bevinden. Het voornaamste doel van deze sensibiliseringscampagne is bedrijfsleiders doen stilstaan bij hun preventiebeleid en de veiligheidscultuur binnen hun onderneming. Het is de bedoeling dat de risico-index van die ondernemingen gaat dalen. Dat kan enkel worden verwezenlijkt indien alle betrokken partijen samenwerken. Een eerste stap kan zijn contact op te nemen met de door de onderneming aangestelde externe dienst voor preventie en bescherming op het werk. Specifiek voor ondernemingen in de bouwsector verwijzen we naar Constructiv, het preventie-instituut van de bouw. Voor ondernemingen in de houtsector verwijzen we naar Woodwize, het preventie-instituut van de houtsector.

Het spreekt voor zich dat de sensibiliseringsbrief ook een waarschuwing inhoudt. Het is mogelijk, ook afhankelijk van haar ongevalscijfers van het jaar van ontvangst van de sensibiliseringsbrief, dat een onderneming een van de komende jaren als verzwaard risico zal worden beschouwd. Dit is echter niet per definitie het geval. Nu een doortastend preventiebeleid ontwikkelen, kan een selectie als verzwaard risico mogelijk voorkomen. Als de risico-index van een onderneming minder dan 2 keer hoger is dan die van haar sector voor de volgende 2 jaren, zal ze niet geselecteerd worden als verzwaard risico voor de 3 komende jaren.

Voorbeeld 1:

Een onderneming ontvangt de sensibiliseringsbrief in het najaar van 2022. Dit betekent dat haar risico-index van 2021 meer dan 2 keer hoger is dan die van haar sector.

Situaties:

A/ Als haar risico-index minder dan 2 keer hoger is dan die van haar sector in 2022 EN in 2023, zal de onderneming niet geselecteerd worden als verzwaard risico in 2022, 2023 en 2024.

B/ Als haar risico-index minstens 2 keer hoger is dan die van haar sector in 2022, kan de onderneming geselecteerd worden als verzwaard risico in 2023 indien ze voldoet aan alle voorwaarden (zie hierboven).

C/ Als haar risico-index minder dan 2 keer hoger is dan die van haar sector in 2022, maar wel minstens 2 keer hoger dan die van haar sector in 2023, kan de onderneming geselecteerd worden als verzwaard risico in 2024 indien ze voldoet aan alle voorwaarden (zie hierboven).

Voorbeeld 2:

De onderneming heeft de sensibiliseringsbrief niet ontvangen in het najaar van 2022, maar had de sensibiliseringsbrief over de ongevallen van 2020 (brief verstuurd in mei 2022) ontvangen. De onderneming kan geselecteerd worden als verzwaard risico in 2023 indien haar risico-index opnieuw meer dan 2 keer hoger is dan die van haar sector in 2022.

Hoe wordt de risico-index berekend?

De risico-index wordt berekend op basis van het aantal ongevallen en de duur van de tijdelijke ongeschiktheid als gevolg van die ongevallen. Enkel de ongevallen met een tijdelijke ongeschiktheid van ten minste 4 dagen (de dag van het ongeval niet inbegrepen) tellen mee, en de dodelijke ongevallen. Daarbij worden alleen de ongevallen op de arbeidsplaats en niet de ongevallen op de weg naar en van het werk meegerekend.

De risico-index wordt jaarlijks berekend en is gelijk aan (frequentie + ernst) gedeeld door de tewerkstelling, uitgedrukt in voltijdse equivalenten.

Frequentie

de som van het aantal dodelijke ongevallen en ongevallen met een tijdelijke ongeschiktheid van ten minste 4 dagen die tijdens het jaar in de onderneming zijn gebeurd, vermenigvuldigd met 4.

Ernst

de som van het aantal dagen volledige tijdelijke ongeschiktheid die het gevolg zijn van het totale aantal arbeidsongevallen met een tijdelijke ongeschiktheid van ten minste 4 dagen tot gevolg die tijdens het jaar in de onderneming zijn gebeurd.  

De duur van de tijdelijke ongeschiktheid is beperkt tot 120 dagen per ongeval. Voor elk dodelijk ongeval worden 120 dagen meegerekend.

Voorbeelden van de berekening van de risico-index

Voorbeeld 1

In 2014 stelde onderneming A 25 voltijdse equivalenten (VTE) tewerk en in de periode 2012-2014 telde ze 15 arbeidsongevallen op de arbeidsplaats met een tijdelijke ongeschiktheid van ten minste 4 dagen tot gevolg. Dat is meer dan het bepaalde minimum van 6 ongevallen.

6 ongevallen zijn in 2014 gebeurd. Van die 6 ongevallen hebben er 3 geleid tot een tijdelijke ongeschiktheid van 5 dagen. De 3 andere ongevallen hebben geleid tot een tijdelijke ongeschiktheid van respectievelijk 8, 52 en 145 dagen.

De frequentie wordt berekend op basis van het aantal ongevallen met ten minste 4 dagen tijdelijke ongeschiktheid tot gevolg.

De frequentie voor 2014 is bijgevolg gelijk aan: 6 ongevallen x 4 =24.

Voor de ernst wordt het aantal dagen ongeschiktheid opgeteld van de 6 ongevallen van 2014 met ten minste 4 dagen tijdelijke ongeschiktheid tot gevolg. Voor het ongeval met 145 dagen tijdelijke ongeschiktheid als gevolg wordt de duur van ongeschiktheid beperkt tot 120 dagen.

De ernst voor 2014 is bijgevolg gelijk aan: 5+5+5+8+52+120 = 195.

De risico-index (frequentie + ernst)/VTE is gelijk aan: (24+195)/25= 8,76.

De index van de activiteitssector van de onderneming is gelijk aan 2,38; die van de privésector 0,93. Onderneming A heeft dus een risico-index die 3,68 keer hoger ligt dan de index van haar activiteitssector en 9,42 keer hoger dan de gemiddelde index van de privésector.

Als de risico-index van de onderneming ofwel in 2012, ofwel in 2013, ofwel in de loop van beide jaren ook ten minste 2 keer de index van de activiteitssector en 5 keer de index van de privésector bereikt heeft, wordt de onderneming als verzwaard risico beschouwd. Op voorwaarde dat de onderneming in het jaar dat het aan de voorwaarden voor de risico-index voldoet ook twee ongevallen gehad heeft met ten minste 4 dagen arbeidsongeschiktheid.

De onderneming zal de gevolgen van het verzwaard risico (een bijdrage betalen en een actieplan opstellen en uitwerken) echter pas moeten dragen als ze behoort tot de 200 ondernemingen waarvan de risico-index het sterkst afwijkt van de index van de activiteitssector voor 2014. Als de 200e onderneming in die rangschikking een risico-index heeft die bijvoorbeeld 3,80 keer hoger ligt dan de index van de activiteitssector, zal de onderneming in dit voorbeeld (index 3,68 keer hoger) niet worden opgenomen in de lijst die Fedris meedeelt aan de verzekeringsondernemingen. Voor de selectie van 2022 bedraagt het maximaal aantal geselecteerde bedrijven 238 (200 +38 bedrijven verwijderd uit de selectie van 2021).

Voorbeeld 2

In 2014 stelde onderneming B 5 voltijdse equivalenten (VTE) tewerk en in de periode 2012-2014 telde ze 5 arbeidsongevallen op de arbeidsplaats met een tijdelijke ongeschiktheid van ten minste 4 dagen tot gevolg en 1 dodelijk arbeidsongeval. In 2014 is een werknemer overleden als gevolg van een arbeidsongeval. Een andere werknemer was gedurende 7 dagen tijdelijk arbeidsongeschikt.

De frequentie wordt berekend op basis van het aantal ongevallen met ten minste 4 dagen tijdelijke ongeschiktheid tot gevolg.

De frequentie voor 2014 is bijgevolg gelijk aan: 2 ongevallen x 4 = 8.

Voor de ernst wordt het aantal dagen ongeschiktheid opgeteld van de 2 ongevallen van 2014 met ten minste 4 dagen tijdelijke ongeschiktheid tot gevolg. Voor het dodelijke ongeval wordt een vast aantal van 120 dagen meegerekend. 

De ernst voor 2014 is bijgevolg gelijk aan: 7 + 120 = 127.

De risico-index [(frequentie + ernst)/VTE] van de onderneming B in 2014 is gelijk aan: (8 + 127)/5 = 27.

De gemiddelde risico-index van de activiteitssector van de onderneming is gelijk aan 2,42; die van de privésector aan 0,93. Onderneming B heeft dus een risico-index die 11,2 keer hoger ligt dan de index van haar activiteitssector en 29 keer hoger dan de gemiddelde index van de privésector.

Wanneer we de risico-index van de onderneming berekenen voor 2012 en 2013, stellen we vast dat de risico-index respectievelijk 1,5 keer hoger en 4 keer lager ligt dan de gemiddelde index van de activiteitssector voor die twee jaren en respectievelijk hoger en lager is dan de gemiddelde index van de privésector.

Onderneming B zal niet als verzwaard risico worden beschouwd aangezien haar risico-index in de loop van de periode 2012-2014 slechts 1 keer ten minste 2 keer de gemiddelde index van haar activiteitssector en 5 keer de gemiddelde index van de privésector bedroeg.

De risico-indexen van de activiteitssectoren en van de privésector

Om te bepalen of een onderneming als verzwaard risico moet worden beschouwd, moet de risico-index van die onderneming worden vergeleken met de risico-index van de activiteitssector waartoe die onderneming behoort en met de risico-index van de privésector. Die risico-indexen vindt u in de onderstaande tabel.

Risico-indexen van de activiteitssectoren en van de privésector 2019-2021 (pdf - 290 KB) 

Wie bepaalt de verzwaarde risico's? 

Fedris berekent de risico-index van de privésector, van de activiteitssectoren en van de ondernemingen en maakt de lijst op van de ondernemingen die als verzwaard risico worden beschouwd.

Fedris baseert zich daarvoor op de gegevens in zijn gegevensbank die worden geleverd door de verzekeringsondernemingen. Die gegevensbank bevat ook de informatie over het aantal voltijdse equivalenten die de ondernemingen hebben aangegeven aan de Rijksdienst voor de Sociale Zekerheid (RSZ).

De ondernemingen worden geïdentificeerd op basis van het ondernemingsnummer (dat wordt toegekend door de Kruispuntbank van Ondernemingen). Een onderneming met verschillende vestigingen wordt daarbij als één enkele eenheid beschouwd. Er wordt naar haar activiteitssector verwezen met de NACEBEL-code (4 cijfers) die door de RSZ werd toegekend.  Als aan de onderneming verschillende codes werden toegekend, zal als referentie de code worden gebruikt die betrekking heeft op de activiteit van het grootste aantal van haar werknemers (uitgedrukt in voltijdse equivalenten). Elke onderneming kan haar RSZ-Nacebelcode consulteren op de website van de Kruispuntbank voor Ondernemingen. Een wijziging van deze code kan aangevraagd worden bij de statistische dienst van de RSZ op stat.codatrsz.fgov.be .

De wettelijke bepalingen over de verzwaarde risico’s

In de wettelijke bepalingen over de verzwaarde risico’s staan de verplichtingen van de werkgevers, de verzekeringsondernemingen en Fedris wanneer er een verzwaard risico wordt vastgesteld.

Art. 49bis en 49ter van de arbeidsongevallenwet van 10.04.1971

KB van 23.12.2008 gewijzigd door het KB van 23.11.2010, het KB van 30.11.2011, het KB van 04.12.2012, het KB van 25.11.2014 en het KB van 10.10.2021.

Wat gebeurt er als een onderneming als verzwaard risico wordt beschouwd? 

Elk jaar vóór 30 november deelt Fedris aan de verzekeringsondernemingen de lijst mee van de ondernemingen met een verzwaard risico die tot hun klanten behoren. Fedris deelt die informatie ook mee aan de diensten van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg die het welzijn op het werk controleren. Vanaf 2022 zullen de ondernemingen die onder paritaire comités 124 (bouw) of 126 (meubilering en houtindustrie) vallen, opgevolgd worden door respectievelijk de preventie-instituten Constructiv of Woodwize die ook, elk voor de sector die hen aangaat, de lijst met de ondernemingen in verzwaard risico zullen ontvangen.

Binnen een termijn van 30 dagen brengt elke verzekeringsonderneming haar klanten met een verzwaard risico op de hoogte van hun statuut. De ondernemingen met een verzwaard risico moeten aan hun verzekeringsonderneming een forfaitaire bijdrage storten die de preventiedienst van de verzekeringsonderneming zal besteden aan de analyse van het risico in de onderneming, een voorstel tot actieplan en concrete remediëringsmaatregelen. De forfaitaire bijdrage wordt berekend op basis van het aantal werknemers (in VTE) van de onderneming en geïndexeerd. In 2022 bedraagt deze 3656,85€ voor alle ondernemingen met minder dan 50 VTE. Deze wordt verhoogd met 2437,90€ per bijkomende schijf van 50 VTE en geplafonneerd op 18.284,25€. Wanneer een onderneming wordt opgevolgd door een preventie-instituut, is het Fedris dat de kennisgeving stuurt en de forfaitaire bijdrage int die vervolgens aan het betrokken preventie-instituut zal worden overgemaakt. De forfaitaire bijdrage moet worden betaald uiterlijk op 1 februari van het jaar dat volgt op de vaststelling (01.02.2023 voor de ondernemingen die werden geselecteerd in 2022). Elke laattijdige betaling heeft automatisch een opslag van 10% en verwijlinteresten tot gevolg.

De onderneming stelt een actieplan op om arbeidsongevallen te voorkomen. Ze doet dat in overleg met de interne of de externe dienst voor de preventie en het comité voor de preventie en de bescherming op het werk (of de vakbondsafvaardiging of de werknemers naargelang de criteria in hoofdstuk VIII van de wet van 4 augustus 1996 met betrekking tot het welzijn van de werknemers) van de onderneming. De verzekeringsonderneming of het preventie-instituut wordt gevraagd om gedurende 3 jaar regelmatig bij de ondernemingen te informeren naar de uitvoering van het overeengekomen actieplan. Jaarlijks wordt een opvolgingsverslag ingediend bij Fedris, dat de informatie ook ter beschikking stelt van de controlediensten voor het welzijn op het werk van de FOD Werkgelegenheid.

De duur van de verzekeringsovereenkomst tussen de onderneming en de verzekeringsonderneming wordt van rechtswege naar 3 jaar gebracht vanaf 1 januari volgend op de datum waarop de verzekeringsonderneming de onderneming op de hoogte heeft gebracht van haar statuut van verzwaard risico (art. 49ter van de wet van 10 april 1971). Dit is niet van toepassing op de ondernemingen die opgevolgd worden door een preventie-instituut in de plaats van een verzekeringsonderneming.

Wat gebeurt er wanneer een onderneming de volgende twee jaren nog altijd een verzwaard risico inhoudt?

De onderneming die de volgende twee jaren nog altijd een verzwaard risico inhoudt maar de forfaitaire bijdrage heeft betaald en een actieplan heeft opgesteld, wordt niet behandeld als een verzwaard risico bij de twee volgende selecties.

De onderneming die de volgende twee jaren nog altijd een verzwaard risico inhoudt en de forfaitaire bijdrage niet heeft betaald en/of geen actieplan heeft opgesteld, zal wel in aanmerking worden genomen wanneer de nieuwe lijst van verzwaarde risico’s wordt opgemaakt.

Kan een onderneming die een verzwaard risico inhoudt een bezwaar indienen?

Ja, maar volgens het KB van 23.12.2008 daarover kan dat alleen als:

  1. De onderneming een atypische activiteit uitoefent in vergelijking met de andere ondernemingen van haar sector en het die atypische activiteit is die tot de arbeidsongevallen heeft geleid die aan de basis liggen van het verzwaard risico. Het gaat niet om een onderneming die in een foutieve activiteitssector werd geklasseerd. In dat geval moet de onderneming een gemotiveerde aanvraag voor verandering van NACE-code indienen aan de RSZ door een mail te sturen naar stat.codatonssrszlss.fgov.be
  2. Het risico dat aan de basis ligt van de selectie als verzwaard risico uit de onderneming is verdwenen. De werkgever heeft bijvoorbeeld de afdeling afgeschaft waarin de ongevallen die aan de basis liggen van het verzwaard risico zijn gebeurd. Als het risico uit de onderneming verdwenen is, moet de preventiedienst van de verzekeringsonderneming niet meer tussenkomen. Opgelet, het feit dat de slachtoffers van de arbeidsongevallen niet meer in de onderneming werken, wordt niet beschouwd als de verdwijning van het risico.
  3. De onderneming voldoende maatregelen heeft genomen om arbeidsongevallen te voorkomen. Dit bezwaar is ontvankelijk als de onderneming het bewijs levert:
    • a) van aantoonbare maatregelen inzake ongevallenpreventie de afgelopen 3 jaar;
    • b) dat de afgelopen drie jaar risicoanalyses en specifieke ongevallenanalyses werden gemaakt in de onderneming en op basis daarvan preventiemaatregelen werden genomen;
    • c) dat over de maatregelen in a) en b) overlegd werd met het comité voor de preventie en bescherming op het werk of, bij gebrek daaraan, de vakbondsafvaardiging indien aanwezig in de onderneming;
    • d) dat, indien bij de specifieke ongevallenanalyses onder punt b) vermeld, tekorten in de opleiding werden vastgesteld, opleidingen in dit verband werden georganiseerd, met vermelding van de nominatieve lijst van de deelnemers en de lesgevers en de gedane investeringen;
    • e) dat eventuele andere investeringen in preventie werden gedaan.

Een eenvoudige verklaring is niet voldoende, het is noodzakelijk bewijsstukken te leveren. Er dient aan alle voorwaarden (van paragraaf a) tot en met paragraaf c)) te worden voldaan. Dit soort bezwaar kan aanleiding geven tot een controle van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg om na te gaan of alle mogelijke preventiemaatregelen zijn genomen.

4. De situatie van een verzwaard risico het gevolg is van een of meer ongevallen waarop het preventiebeleid van de onderneming geen enkele invloed kan hebben aangezien de oorzaak ervan totaal buiten de onderneming ligt en deze laatste over geen enkel middel beschikt om het ongeval te voorkomen. Dit bezwaar is ontvankelijk als de onderneming na herberekening van haar risico-index, met uitsluiting van de ongevallen waarvoor het bezwaar is ingediend, niet meer voldoet aan de criteria voor selectie als verzwaard risico. Een eenvoudige verklaring is niet voldoende, het is noodzakelijk bewijsstukken te leveren.

De onderneming moet haar bezwaar indienen bij het beheerscomité voor arbeidsongevallen van Fedris, per aangetekende brief en vóór de vervaldatum van de betaling van de forfaitaire bijdrage, vastgelegd op 1 februari 2023.

Dit bezwaar schorst de verplichting om de forfaitaire bijdrage aan de verzekeringsonderneming te betalen tot wanneer het beheerscomité de onderneming en zijn verzekeringsonderneming in kennis stelt van zijn beslissing. Deze kennisgeving gebeurt per aangetekende brief binnen de drie maanden na het bezwaar.

Opgelet, indien het bezwaar verworpen wordt, moet het bedrag worden betaald en wordt automatisch een opslag van 10% toegepast, aangezien de eerste beslissingen noodzakelijkerwijs worden genomen na 1 februari, de wettelijk voorziene betalingsdatum.